Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Examenbundel 2014/2015
› 1 Pagina 297 & 298
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Examenbundel 2014/2015
1 Pagina 297 & 298
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to graduate = afstuderen; een opleiding voltooien grant = (studie)beurs; subsidie to grant = geven; toekennen to take for granted = als vanzelfsprekend to grasp = (be)grijpen grateful = dankbaar grave = ernstig; graf greedy = gulzig; hebberig grief = verdriet; leed gross = bruto to guard = bewaken to handle = omgaan met hapless = betreurenswaardig hardship = tegenspoed; ontbering to harm = schaden harmful = schadelijk harmless = onschuldig; onschadelijk to harvest = oogsten to haunt = voortdurend achtervolgen; kwellen; regelmatig bezoeken hazard = gevaar; risico headline = krantenkop to heighten = verhogen heir = erfgenaam hence = vandaar herd = kudde hereditary = erfelijk heritage = erfgoed to hijack = kapen Home Office = ministerie van Binnenlandse Zaken Home Secretary = minister van Binnenlandse Zaken hooligan = vandaal hostage = gijzelaar hostile = vijandig huge = enorm; geweldig humble = nederig to humiliate = vernederen ignorance = onwetendheid to ignore = negeren; geen notitie nemen van illiterate = analfabeet imminent = dreigend impact = invloed; inwerking; inslag to impede = belemmeren to imply = suggereren; met zich meebrengen to impose = opleggen to impress = indruk maken impressive = indrukwekkend to improve = verbeteren incentive = prikkel; stimulans incidentally = trouwens; af en toe to be inclined to = de neiging hebben om to include = bevatten to increase = (doen) toenemen; vergroten increasingly = in toenemende mate indefinite = onbeperkt; onbepaald independent = onafhankelijk to indicate = aangeven; aanwijzen indifference = onverschilligheid indigenous = autochtoon indignant = verontwaardigd to indulge in = zich te buiten geven aan; toegeven aan inevitable = onvermijdelijk infidelity = ontrouw to inflict = opleggen to inherit = erven to inhibit = remmen; belemmeren initially = aanvankelijk injury = letsel innovative = vernieuwend to inquire = informeren inquiry = vraag; informatie; onderzoek to insist = met klem beweren; erop staan; volhouden instantly = onmiddellijk to intend = van plan zijn interest = belang; belangstelling; rente to interrogate = ondervragen invariably = steevast; onveranderlijk to invent = bedenken; uitvinden to investigate = onderzoeken to involve = met zich meebrengen; betrekken bij irrespective of = ongeacht issue = kwestie; probleem; uitgave; nummer Jewish = Joods to join = samenvoegen; zich voegen bij joint = gezamenlijk; gewricht; verbindingsstuk; stickie judge = rechter to judge = (be)oordelen to justify = rechtvaardigen juvenile = jeugd- keen = enthousiast; scherp to keep up with = bijhouden labour = arbeid to lack = gebrek hebben aan; missen largely = grotendeels lasting = duurzaam; langdurig lately = de laatste tijd; onlangs to launch = lanceren; op touw zetten lawful = wettig; wettelijk lawsuit = rechtszaak lecture = lezing; college legal = wettelijk; wettig legislation = wetgeving leisure = vrije tijd; recreatie level = niveau; mate to liberate = bevrijden likely = waarschijnlijk limit = grens to limit = beperken to link = verbinden lunatic = gek to magnify = vergroten main = voornaamste mainly = voornamelijk; vooral to maintain = handhaven; onderhouden; beweren major = belangrijkst; meerderjarig; majoor majority = meerderheid; het overgrote deel manual = met de hand; handleiding to manufacture = fabriceren marital = huwelijks- massacre = massamoord massive = enorm; massaal mature = volwassen; rijp means = middelen in the meantime = ondertussen meanwhile = ondertussen measure = maat; maatregel to measure = meten medieval = middeleeuws merciful = genadig; barmhartig merciless = genadeloos mercy = genade merely =alleen maar; enkel en alleen to merit = verdienen minor = minder; minderjarige minority = minderheid mishap = ongeluk to mock = bespotten; de spot drijven met modest = bescheiden to modify = wijzigen to monitor = toezicht houden op mood = stemming; humeur mortal = sterfelijk motorist = automobilist to mutate = veranderen multitude = menigte muscular = gespierd mutual = wederzijds native = oorspronkelijke bewoner; autochtoon; inheems to neglect = verwaarlozen nerve = zenuw; moed to nod = knikken notable = opmerkelijk notably = met name to note = nota nemen van; opmerken; opletten notice = mededeling to notice = opmerken notion = idee; begrip
Ingezonden op 07-12-2014 - 630x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!