Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Intro 1 thv
› 1 Close Encounters & Let's start the engines
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Intro 1 thv
, deel 1
1 Close Encounters & Let's start the engines
Jaar 1 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Begrippen H1: compositie = muziekstuk couplet = een deel van het lied dat vaak herhaald word met vaak dezelfde melodie, maar een andere tekst duet = stukje uit het lied dat tweestemmig word gezongen herhalen/herhaling = iets nog een keer spelen/zingen zonder te veranderen { kan op dezelfde, maar ook op een andere toonhoogte } hoger en lager = hiermee wordt de toonhoogte bedoeld. melodie = als je verschillende tonen achter elkaar speelt, speel je een melodie motief = een klein stukje muziek van een paar tonen. melodisch motief = een motief dat een melodietje is ritmisch motief = een motief dat een ritme is ostinato = als je een motief vaak achter elkaar herhaald ritmisch ostinato = een ostinato die een ritme is melodisch ostinato = een ostinato dat een melodie is refrein = een stukje dat vaak hetzelfde blijft als het herhaald word ritme = als je een liedje klapt, dan klap je het ritme toonduur = hoe lang of kort een toon duurt toonhoogte = hoe hoog of laag je een toon moet spelen Begrippen H2: begeleiding = ondersteuning bij een liedje bridge = een afwijkend gedeelte in een liedje { komt maar 1 keer voor en heeft een andere melodie dan het couplet en refrein } eenstemmig = in je eentje een melodie zingen { zing je met de hele klas hetzelfde liedje, dan is het ook eenstemmig } tweestemmig = met z'n tweeën een andere melodie zingen meerstemmig = met meerdere mensen andere melodieën zingen improvisatie/improviseren = een stukje verzinnen zonder het eerst te oefenen intro = beginstukje van een muziekstuk { meestal zonder zang } partituur = daarin staan alle partijen van een muziekstuk netjes onder elkaar stem = zangstem of partij stijgen = als een motief omhoog gaat, noem je dat een stijgend motief { wordt vaak gebruikt om te variëren } dalen = als een motief omlaag gaat, noem je dat een dalend motief { wordt vaak gebruikt om te variëren } swing/swingen = als muziek 'in swing' gespeeld wordt, ies er iets speciaals met het ritme { musici doen dit bewust, omdat het juist daardoor lekker gaat swingen } variatie/variëren = als je een motief varieert, verander je het en wel zo dat het motief herkenbaar blijft { er zijn 3 manieren om een motief te variëren: verandert iets aan de toonhoogte, verandert iets aan het ritme, maakt het motief langer of korter }
Ingezonden op 27-11-2016 - 797x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!