Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans VWO 6
› 3 Examenvocabulaire I-Q
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans VWO 6
3 Examenvocabulaire I-Q
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ignorer = negeren il y a = er is; er zijn; (bepaalde tijd) geleden il y a quelque temps = een tijdje geleden l'île = het eiland l'image = het beeld; het plaatje l'immeuble = het gebouw impensable = onvoorstelbaar n'importe où = waar dan ook n'importe quoi = wat dan ook imposer = opdringen s'imposer = zich opdringen les impôts = de belastingen avoir l'impression = de indruk hebben inciter = aansporen inconnu = onbekend incrédule = ongelovig incroyable = ongelofelijk incurable = ongeneeslijk indigné = verontwaardigd indiquer = aanwijzen l'individu = het individu; de kerel inexpliqué = onverklaard l'infirmière = de verpleegster l'infortune = het ongeluk injurier = uitschelden l'injustice = de onrechtvaardigheid l'innnocance = de onschuldigheid innombrable = talloos inoffensif = onschadelijk inoubliable = onvergetelijk inquiéter = ongerust maken s'inguiéter = zich ongerust maken intenter = aandoen avoir l'intention de = van plan zijn te; de intentie hebben om l'internaute = de internetgebruik(st)er l'interrogatoire = het verhoor interroger= ondervragen; verhoren inverse = omgekeerd l'investigation = het onderzoek invraisemblable = onwaarschijnlijk irrésistible = onweerstaanbaar jamais (à) = ooit ne jamais = nooit la jambe = het been le jardin = de tuin le jardinier = de tuinman le journal = de krant le juge = de rechter le jugement = het vonnis juger = beoordelen juif; juive = joods jusqu'à ce que = tot jusqu'à présent = tot nu toe jusqu'à = tot jusque = tot tout juste = zojuist justement = juist lâcher = bekennen laisser = laten le lapin = het konijn à la légère = oppervlakkig légèrement = luchtig la légitimité = de rechtvaardigheid la lettre capitale = de hoofdletter se lever = opstaan le lien = de band lier = verbinden donner lieu à = aanleiding geven tot être en ligne = online zijn la limitation = de beperking limité = beperkt le logiciel = de software la loi = de wet non loin de = niet ver van plus loin = verder lors de = tijdens louche = verdacht; onguur; scheel louer = huren le loup = de wolf lumineux = stralend lutter = strijden le lycée = de bovenbouw van het voortgezet onderwijs la magie = de tovenarij; de magie le magistrat = de rechterlijk ambtenaar maghrébin = afkomstig uit Magreb; uit Algerije maintenir = handhaven majoritaire = meerderheids- le malade = de zieke; de patiënt la maladie = de ziekte maladroitement = onhandig mâle = mannelijk le malfaiteur = de boosdoener malin = ondeugend; slim; sluw manifestement = klaarblijkelijk le manque de = gebrek aan manquer = gebrek hebben aan le marriage = het huwelijk marié = getrouwd la marque = het merk la matière = het onderwerp; het vak la matinée = de ochtend la méchanceté = de boosaardigheid méconnaissable = onherkenbaar méfiant = wantrouwig mélanger = mengen la mémoire = het geheugen la menace = de bedreiging mener = leiden mensonger = leugenachtig la mention = de vermelding mentir = liegen mériter = verdienen le message = de boodschap; het bericht(je) la messagerie = de voicemail; het antwoordapparaat la mesure = de maatregel le métier = het beroep; het vak mettre à part = terzijde leggen mettre au point = ontwikkelen se mettre à = beginnen te le meurtre = de moord des milliers = de duizenden minable = zeer lelijk; afzichtelijk mince = slank; dun le miracle = het wonder être mis en vente = te koop aangeboden zijn/worden la mise en garde = de waarschuwing la misère = de armoede; de ellende le mobile = de beweegreden; het motief la moindre difficulté = de minste moeite au moins = op zijn minst en moins = minder la moitié = de helft tout le monde = iedereen la fausse monnaie = het vals(e) geld monter dans = instappen; binnengaan in monter = opzetten montrer = aantonen se montrer = zich laten zien moqueur = spottend la mort = de dood le mort = de dode mortel = dodelijk le mot = het woord mourir = doodgaan; sterven moyen = gemiddeld le money = het middel en moyenne = gemiddeld le musulmane = de moslim le nain = de dwerg la naissance = de geboorte né = geboren ne ... plus = niet meer ne ... plus que = slechts négliger = verwaarlozen net(tement) = duidelijk le nez = de neus ni ... ni = noch ... noch nier = ontkennen n'importe qui = wie dan ook nommer = noemen nourrir = voeden nuire à = schaden l'objectif = het doel obligatoire = verplicht obliger = verplichten; dwingen observer = observeren; onderzoeken obtenir = krijgen être occupé = het druk hebben; bezet zijn l'odeur = de geur l'oeuf = het ei être l'oeuvre de = het werk zijn van offert = aangeboden offrir = geven; bieden l'oiseau = de vogel l'ombre = de schaduw l'or = het goud l'ordinateur = de computer l'organisme = de instelling d'où = waarvan oublier = vergeten outre = behalve ouvert = open ouvertement = openlijk ouvrir = beginnen; openen le pape = de paus par conséquent = bijgevolg; dientengevolge parcourir = afleggen (van een afstand) pareil(le) = dezelfde; hetzelfde parental = ouderlijk parlementer = onderhandelen; discussiëren parmi = te midden van; onder participer à = deelnemen aan à partir de = vanaf partout = overal pas grand-chose = niet veel le passé = het verleden passer = doorbrengen patiemment = met geduld; geduldig la patience = het geduld le patron = de baas; de werkgever à peine = nauwelijks pendant = gedurende; tijdens pénétrer = binnendringen perdre = verliezen (ne) personne = niemand peser = wegen des petits = de jongen (mv); de kleintjes peu = weinig avoir peur = bang zijn faire peur = bang maken la peur = de angst le phénomène = het verschijnsel; het fenomeen au pied de = aan de voet van le piège = de valstrik; de val le pire = het ergste pis = ergst; slechtst la pitié = het medelijden plaire = behagen en pleine rue = midden op straat pleinement = volledig plonger = dopen; steken; duiken en plus = bovendien plusieurs = enkele à plusieurs reprises = herhaaldelijk en poche = op zak au point de = zozeer dat le poisson = de vis le pompier = de brandweerman la population = de bevolking le portable = het mobieltje porter = brengen le poste = de functie postuler = solliciteren le poursuivant = de achtervolger poursuivre = voortzetten; achtervolgen pousser = duwen sans précédent = uniek; ongekend précéder = voorafgaan précieux = kostbaar prédire = voorspellen le préjugé = het vooroordeel c'est à prendre ou à laisser = graag of niet; "take it or leave it" près de = naast trop près = te dichtbij la présence = de aanwezigheid présenter = voorstellen se présenter = zich vertonen presque = bijna présumé(e) = vermoedelijke être à prêt = bereid zijn om prétendre = beweren sous prétexte de = zogenaamd om le prétexte = het voorwendsel la preuve = het bewijs prévenir = voorkomen (être) prevenu = gewaarschuwd (zijn) prévu = gepland prier = bidden la prière = het gebed a priori = van tevoren; vooraf; in wezen la prison = de gevangenis le prissonier = de gevangene procéder = te werk gaan le procès = het proces; de rechtzaak la profession = het beroep; het vak la proie = de prooi; de buit; het slachtoffer proposer = voorstellen propre = schoon; eigen la prospérite = de welvaart se protéger = zich beschermen prouver = bewijzen en provenance de = komende uit le proverbe = het spreekwoord le proviseur = de rector prudent = voorzichtig puissant = sterk la pulsion = de impuls; de aandrang punir = straffen pur(e) = puur; zuiver le quai = het perron qualifier = bestempelen quasi = bijna à quelque = ongeveer quitter = verlaten
Ingezonden op 10-02-2017 - 1483x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!