Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
harley
› 6 familie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
harley
6 familie
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Eltern = de ouders die Mutter = de moeder die Mütter = de moeders der Vater = de vader die Väter = de vaders der Beruf = het beroep die Berufe = de beroepen die Schwester = de zus die Schwestern = de zussen der Bruder = de broer die Brüder = de broers der Cousin = de neef (van oom/tante) die Cousins = de neven die Cousine = de nicht (van oom/tante) die Cousinen = de nichtjes die Leute = de mensen die Familie = de familie, het gezin die Familien = de families die Oma = de oma die Omas = de oma´s der Opa = de opa die Opas = de opa´s die Tante = de tante die Tanten = de tantes der Onkel = de oom die Onkel = de ooms vorne = voor hinten = achter rechts = rechts links = links aussehen = uitzien sieht… aus = ziet… uit Die sieht süß aus. = Zij ziet er lief uit. cool = cool in der Mitte = in het midden auf dem Foto = op de foto das Foto = de foto die Fotos = de foto´s Wie alt ist er? = Hoe oud is hij? Er ist … Jahre alt. = Hij is … jaar oud. die Geschwister = de broer(s) en/of zus(sen) der Rentner = de aow´er, de gepensioneerd die Rentner = de aow´ers, de gepensioneerden die Rentnerin = de vrouwelijke gepensioneerde die Rentnerinnen = de vrouwelijke gepensioneerden das Bild = de foto, het beeld die Bilder = de foto´s , de beelden freundlich = vriendelijk ärgerlich = ergerlijk Was ist denn hier los? = Wat is er dan hier aan de hand? die Großeltern = de grootouders faul = lui trinken = drinken das Kind = het kind die Kinder = de kinderen verheiratet = getrouwd allein = alleen getrennt = gescheiden geschieden = gescheiden der Sohn = de zoon die Söhne = de zonen die Tochter = de dochter die Töchter = de dochters der Enkel = het kleinkind, kleinzoon die Enkel = de kleinkinderen, kleinzonen die Enkelin = de kleindochter die Enkelinnen = de kleindochters der Mann = de man die Männer = de mannen die Frau = de vrouw die Frauen = de vrouwen Was ist er/ sie von Beruf? = Wat is hij/zij van beroep? richtig = juist, goed der Traumberuf = het droomberoep die Traumberufe = de droomberoepen die Freude = de vreugde der Arzt = de arts die Ärzte = de artsen die Ärztin = de vrouwelijke arts die Ärztinnen = de vrouwelijke artsen der Ingenieur = de ingenieur die Ingenieure = de ingenieurs die Ingenieurin = de vrouwelijke ingenieur der Polizist = de politieagent die Polizisten = de agenten die Polizistin = de agente die Polizistinnen = de agentes der Mechaniker = de monteur die Mechaniker = de monteurs die Mechanikerin = de vrouwelijke monteur
Ingezonden op 04-04-2017 - 476x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!