Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
begrippenlijst godsdienst
› 1 Begippenlijst
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
begrippenlijst godsdienst
, deel 1
1 Begippenlijst
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ambt = Dit is een functie binnen het christendom die mensen kregen omdat ze veel ervaringen en veel vaardigheden hadden. Apocrief = Naam voor de boeken die niet tot de canon behoren. Het griekse woord voor apocrief is apokrufus:verborgen Apostelconvent = Dit is een andere naam voor het eerste concillie van jeruzalem, waaraan de apostelen nog deelnamen. Canon = Dit is een lijst van boeken die als norm en als autoriteit erkend zijn binnen een ( religieuze gemeenschap), afgeleid van kanôn:riet/stok,norm of richtlijn. Canonieke boeken = Boeken die de richtlijn/norm vormen voor gelovigen. Ze gelden als heilige geschriften met een bijzonder,goddelijk gezag Catacomben = Ondergrondse tunnelstelsels waarin graven liggen. Ze zijn beschilderd met tekeningen Christus = Verwijst naar jezus. Het komt van het woord christos: gezalfde Christusmonogram = Dit monogram is samengesteld uit de griekse letters X(chi) en P(ro), die overeenkomen met onze Ch en R, de eerste twee letters van de naam CHRistus. Het is een veelgebruikt symbool binnen het christendom. Concilie = Algemeen: een vergadering van afgevaardigden van de christelijke gemeenten (bisschoppen). Later: een vergadering van kerkelijke leiders uit de rooms-katholieke kerk. Dit (de eerste) was een bijeenkomst van afgevaardigden van de christelijke gemeente van antiochië met de apostelen en oudere mannen van de christelijke gemeente van jeruzalem. Vond plaats omstreeks 49n.chr en wordt beschreven in het boek handelingen van de Apostelen, het vijfde boek van het nieuwe testament. Curialisten = Kerkelijke leiders die verdedigden dan de hoogste macht van de kerk de pauswas/is. Deuterocanoniek = Boeken die niet voorkomen in de hebreeuwse bijbel maar wel in de Septuaginta, staat binnen de katholieke traditie bekend. Worden in de rooms-katholieke traditie - als in tweede instantie tot de canon behhorend - erkend. Diaken = Dienaar, één van de gewijde ambten in de christelijke kerk. Een diaken gaf invulling aan de christelijke barmhartigheid. De tafels werden bekleed en ze gaven armen eten. Dominee = de voorganger in de protestante kerk. Dit kunnen mannen en vrouwen zijn. Doop = Dit is een sacrament van de christelijke kerk. Door de doop wordt je in het christendom opgenomen. 1ste betekenis: Het ondergaan in en het weer bovenkomen in het water staat symbool voor de dood en de opstanding van jezus. 2de betekenis: Afwassen van de zonden. Bij volwassen dopelingen laat je het oude leven achter en begin je aan het nieuwe leven. Driekoningen = Met dit feest wordt de Kersttijd afgesloten. Dit is de tijd rondom kerst. Het is het feest dat herinnert aan de dag waarop (de drie) wijze mannen uit het oosten het kind in de kribbe aanbaden en geschenken gaven: mirre,wierook en goud. Episcopalisten = Dit is een richting in de rooms katholieke kerk die heel veel op de rooms katholieke kerk lijkt, maar op enkele punten van de kerk afwijkt. Groep kerkelijke leiders die vonden dat de hoogste macht van de kerk berustte bij het algemeen concilie van bisschoppen. (Orthodoxen en later de protestanten dachten/denken zo) Het woord is afgeleid van het griekse woord episkopos dat bisschop betekend. Eucharistie = Het avondmaal: de heilige maaltijd. Dit sacrament staat symbool voor het laatste avondmaal van jezus. Evangelie = Dit is een bijbelboek (ooggetuigenverslag) over het leven van jezus. Het betekend ook wel: de blijde boodschap. De 4 evangelisten zijn: matheus,marcus,lucas en johannes. Excommunicatie = Dit is het uitstoten van iemand die volgens de kerk vol zonden zit. Godslamp = Dit is een lampje die dag en nacht brandt.Het staat symbool voor gods aanwezigheid. Goede vrijdag = Dit is de dag waarop het lijden en sterven van jezus aan het kruis wordt herdacht. Heilig avondmaal = Dit vieren de protestanten op een aantal zondagen per jaar en het is een vergelijkbaar ritueel met de eucharistie. Heilige drie-eenheid = Vader,Zoon en heilige geest Heilige schrift = Andere naam voor de bijbel Hemelvaart = Op deze dag herdenken christenen dat jezus afscheid nam van zijn leerlingen en in de hemel werd opgenomen. Hostie = Het heilige brood. Dit noemen ze ook wel het avondmaalbrood. Ichtus = Dit is het griekse woord voor vis en is samengesteld uit de beginletters van vijf andere griekse woorden. De vertaling van deze griekse woorden is: Jezus christus gods zoon redder. Kansel = Dit is de preekstoel in de rooms katholieke kerk Kerk = Dit is een gemeente waar de gelovigen samenkomen Kerkelijk jaar = Het kerkelijke jaar is gebasseerd op de christelijke feesten. Het kerkelijke jaar begint bij advent (de eerste adventszondag). Kerkenraad of kerkraad = Is het bestuur van een lokale protestantse kerkelijke gemeente Kerstmis = Is het feest van jezus geboorte Kruiswegstaties = dit zijn 14 plaatsen (schilderijgen, afbeeldingen die hangen) in de rooms katholieke kerk waar de lijdensweg van jezus wordt gesymboliseerd. Kuriakon = Huis van de heer. (Later: kerkgebouw) Lettervierkant = DIt is een vierkant die latijnse woorden omvat. Je kunt de woorden via verschillende richtingen lezen. Lijdenstijd/ vastentijd/ veertigdagentijd = De zeven weken voor pasen. De gebeurtenissen in het leven van jezus, die eindigden met de dood staan hier centraal. Liturgische kleur = Elk feest met de bijbehorende periode heeft in de kerkelijke kalender een liturgische kleur. Het is dus een kleur die symbool staat voor een bepaalde periode. De kleuren vind je terug in de bekleding van het altaar (antependium) en in de gewaden( toga met gekleurde stola) van de voorganger. Messias = stamt af van het hebreeuwse woord masjiach dat gezalfde betekend. Jezus wordt hiermee aangesproken. (Grieks: Christus) Midwinterfeest = Dit is een feest dat langer duurt dan kerstmis namelijk 10 dagen. Het begint wanneer de dagen langer worden. Het is oorspronkelijk een feest voor de heidenen en zij versierde hun huizen met groenblijvende takken die volgens hun het overwinnen van de dood betekenden. Later kwam de boom met ballen. Mis = Het woord mis komt van het latijnse woord missa en betekent wegzending. Mis was eerst de benaming voor het tweede gedeelte van de kerkdienst pas later werd het voor beiden gedeelten gebruikt. Misdienaar = Een misdienaar helpt mee in de kerk. Hij/zij zorgt er bijvoorbeeld voor dat de benodigdheden voor het avondmaal klaar staan. Eigenlijk helpt een misdienaar de priester. Nieuwe testament = Dit is het tweede deel van het heilige boek van de christenen: de bijbel. hierin staan de 4 evangeliën van jezus, Handelingen der apostelen en de brieven Oikia = DIt is een deel van het woord kuriakon dat huis van de heer betekend. Oika betekend huis. Opziener = Dit is de belangrijkste ambt, die de toezicht in de kerk heeft. Oude testament = Het oude testament is het eerste deel van het heilige boek van de christenen en ook het boek voor de joden: de tenach. (Denk aan het verschil tussen rk en protestanten.) Oudsten = Drager van een bepaald krekelijk ambt in de oude christelijke kerken. Het is ook wel een ouderling.van Het woord presbyter is later het woord priester afgeleid. Paaswake = Dit wordt op de avond voor pasen gehouden. Er wordt dan een nieuwe paaskaars aangestoken, het symbool van de opgestane heer. Palmzondag = De zondag voor pasen waarop de christenen de dag herdenken dat jezus op de ezel jeruzalem binnenreed, toegejuicht door met palmtakken zwaaiende mensen. Pasen = Op deze dag vieren de christenen het feest van jezus' opstanding uit de dood. Dit is het belangrijkste feest in het christendom. Pastorale werkers= Helpen mee in het pastoraat.(Pastor = herder; herderlijke taken zoals begeleiden van zieken, gesprekken voeren, mensen met moeilijkheden op allerlei vlak verder helpen Paus = Dit is het hoofd van de rooms-katholieke kerk. (Oud katholieken en Nestorianen erkennen de paus niet als hoofd.) Pentekoste = Dit is het Griekse woord waarvan ons woord Pinksteren is afgeleid.)Dit is het afgeleide woord voor pinksteren en betekend letterlijk de vijftigste dag. Pinksteren-== Bij Op pinksteren vieren christenen het feest van de komst van de heilige geest. De volgelingen van jezus vertelden dat ze de geest op hen voelde neerdalen, vertelde enthousiast zijn boodschap verder en lieten zich dopen. Presbyter = Dit is een ander woord voor oudsten. Zij waren ambtsdragers in de kerk. Priester = Iemand die religieuze offers/rituelen verzorgt. Proseliet = Dit zijn jodengenoten en bekeerlingen uit ander volken, die de gehele joodse wet onderhielden. Quartodecimanen*=Mensen die zich houden aan de oude (Joodse) berekeningwijze en niet mee gingen met de nieuwe berekeningswijze. ( quartus decimus= de veertiende in het latijn) Sacrament = Rituelen in het christendom. Septuagint = DIt is een naam die ze danken hebben aan een legende. Waarbij de egyptische koning aan 72 geleerde de opdracht gaf om de griekse vertaling te maken van de vijf boeken van de tora (later werd in de legende zelfs de hele Bijbel vertaald). Ze maakte allemaal precies dezelfde vertaling! Sol invictus = Is een religieuze titel die werd gebruikt voor drie goden in de tijd van het romeinse rijk. Letterlijk: de onoverwinnelijke zon - Feest dat in het Romeinse Rijk gevierd werd als de dagen begonnen te lengen - rond 24 december. Stille week/ goede week = De laatste week van de lijdenstijd . Het begint met palmzondag, witte donderdag en daarna goede vrijdag en stille zaterdag. Synagoge = Gebedshuis van de joden. Ze krijgen hier les in de tora en er worden diensten gehouden. Synode = Kerkvergadering Tabernakel = Dit is een soort kast waarin het gewijde brood: hostie wordt bewaard. Ter communie gaan = Dit is het ontvangen van het heilige brood en de wijn rooms-katholiek. Vormsel = Dit is een van de sacramenten in de rooms-katholieke kerk. In de rooms katholieke kerk ontvangen jongeren meestal rond hun twaalfde jaar het vormsel. Zij verklaren dan officieel dat zij bewust voor de kerk kiezen. De bisschop legt vervolgens zijn handen op het hoofd en maakt met gewijde olie een kruisje op het voorhoofd, als teken dat het gevormde persoon de kracht van 'de heilige geest' ontvangt. Wijwatervat = Bij de ingang van een rooms-katholieke kerk staat het wijwatervat.De gelovige kan dan met wijwater een kruisteken maken in de richting van het centrale christusbeeld en het altaar. Witte donderdag = Dit is de donderdag voor pasen de dag dat christenen herdenken dat jezus voor het laatst de pesachmaaltijd vierde. Daarna werd hij gevangen genomen door de tempelpolitie en de romeinse overheid. Ziekenzalving = Dit is een van de sacramenten in de rooms-katholieke kerk. Dit sacrament is bestemd voor ernstig zieken. Het ritueel begint met het afnemen van de biecht en de handoplegging ter bemoediging . De priester zalft daarna het voorhoofd en de handen van de zieke. Ook onvangt de zieke meestal de (laatste) communie. Het geeft de zieke de kracht om zijn lot te dragen en hoop op de ontmoeting met god in een leven na de dood. Het vindt plaats bij de zieke thuis of in het ziekenhuis. Het wordt ook wel gedaan bij de bedevaart.
Ingezonden op 10-01-2012 - 3812x bekeken.
Waardering 8 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Sommige dingen heb ik niet helemaal goed ingevuld maar de verbetering staat hier achter.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!